Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 03-12-2020

Zuid-Afrika

betekenis & definitie

een republiek in het zuiden van Afrika, groot 1 221 037 km* en met 20,2 milj. inwoners, waarvan 15 milj. negers. De sterke tegenstellingen tussen de blanken en de negers vormen een lastig en nog niet opgelost probleem.

Zuid-Afrika is grotendeels een regenarm plateau met runder- en schapenteelt. In het oosten en in het zuidoosten is het vruchtbaar. Daar worden suikerriet, maïs, thee, tabak en zuidvruchten verbouwd en in het zuidoosten tarwe, fruit en wijndruiven. ZuidAfrika is rijk aan delfstoffen: steenkool, ijzererts, goud en vooral diamant. Zuid-Afrika is de vijfde wolproducent ter wereld. Het voert goud, wol, diamanten en vruchten uit.

De hoofdstad is Pretoria, de grootste stad Johannesburg, de belangrijkste haven Kaapstad. Onder het bestuur van de Republiek van Zuid-Afrika valt sedert 1949 ook het voormalig Duitse Zuidwest-Afrika, maar de Verenigde Naties hebben in 1971 zelfstandigheid voor dit gebied geëist. Iets uit de geschiedenis: In 1652 stichtte de Hollander Jan van Riebeeck de Kaapkolonie. In 1806 werd ze door de Engelsen veroverd. In 1834 verlieten tal van Boeren de Kaap en trokken naar het noorden, waar ze de OranjeVrijstaat, Transvaal en de kolonie Natal stichtten. Hun aanvoerders waren Johannes Pretorius en Pieter Maritz.

In 1843 werd Natal door de Engelsen bezet. Na de Boerenoorlogen met heldhaftige strijd moesten de Oranje-Vrijstaat en Transvaal zich in 1902 aan de Engelsen overgeven. In 1910 werd de Unie van Zuid-Afrika gesticht door het samengaan van Natal, Oranje-Vrijstaat en Transvaal. Later werd ze uitgebreid met de Kaap. De Unie vormde een dominion in de Commonwealth of Nations. Op 5 mei 1961 werd de band met Engeland verbroken en werd Zuid-Afrika een onafhankelijke republiek.

< >