een werktuig voor hout- en metaalbewerking. Naar de vorm onderscheidt men: beugelzaag (voor metaal), spanzaag (met een touw gespannen), schrobzaag (voor ronde gaatjes), handzaag (met handvat), figuurzaag (voor fijn werk) en trekzaag (waaraan aan beide zijden getrokken wordt).
In houtzagerijen worden boomstammen machinaal tot balken en dunne of dikke planken gezaagd. Daarvoor dienen cirkel-, raam- en lintzagen, de laatste met een rondlopend zaagblad zonder eind. Deze machinezagen worden aangedreven door motoren of in oudere bedrijven soms door wind- of waterkracht (houtmolens).
