een broederschap, verdeeld in afdelingen (loges), waarvan de leden streven naar geestelijke verheffing en onderlinge steun. Het is geen geheim genootschap, alleen enkele gebruiken zijn geheim.
Meestal worden alleen mannen toegelaten. Menselijkheid, geduld en gewetensvrijheid zijn de voornaamste kenmerken. De vrijmetselarij, die over de hele wereld is verspreid, heeft niet in alle landen dezelfde houding jegens maatschappij en godsdienst. De loges in Nederland en Engeland zijn gematigd, maar in Frankrijk waren ze vroeger nogal anti-kerkelijk. De r.-k. Kerk verbiedt het lidmaatschap.
Ook in de communistische landen is de vrijmetselarij verboden. De loges vinden hun voorbeeld in de middeleeuwse gilden der bouwlieden. Troffel en winkelhaak zijn ook de symbolen van de vrijmetselarij. De eerste loge werd in 1717 in Londen gesticht.