dik vloeibaar, sterk ruikend mengsel van koolstof en koolstofverbindingen, dat ontstaat bij de verhitting van kool, hout en turf onder afsluiting van de lucht; zie koolteer, bruinkool. Teer behoort tot de belangrijkste grondstoffen van de scheikunde (b.v. voor kleurstoffen, geneesmiddelen, machineolie).
Verder wordt het toegepast in de wegenbouw, voor dakbedekkingen en tegen verrotting van houten materiaal.