Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 03-12-2020

techniek

betekenis & definitie

1. In de meest algemene zin is techniek de verzameling van alle middelen en methoden die de mens gebruikt om de natuur aan hem dienstbaar te maken.

De oorsprong van de techniek ligt reeds bij het begin van de mensheid. Tot de vroegste uitingen ervan behoort b.v. het aansteken van een vuur door met vuurstenen te slaan of door met droge stukken hout te wrijven, alsook het vervaardigen van primitieve stenen werktuigen en het temmen van dieren. Meestal wordt het woord echter in engere zin gebruikt en duidt men er het gebruik van machines in de plaats van menselijke arbeidskracht mee aan. Het technische tijdperk begon met de uitvinding van de stoommachine (1769). Hieruit hebben zich het fabriekswezen en de massaproduktie ontwikkeld. Het gebruik van de elektrische energie (sinds 1867) voerde tot een verdere ontwikkeling en gedeeltelijk ook tot een totale vernieuwing van de produktiemethoden uit die tijd (b.v. automatie). Met de ontdekking en de toepassing van de atoomkracht (sinds 1945) kondigde zich een nieuwe ontwikkeling van de techniek aan; 2. in een aparte betekenis wordt het woord techniek gebruikt voor de methode waarmee een bepaalde prestatie wordt bereikt, b.v. schildertechniek, looptechniek, springtechniek.