het bovendeel van het hoofd van de mens en de kop van hogere diersoorten, in het bijzonder de beenderen waaruit deze bestaan. De schedel van de mens is opgebouwd uit de beenderen van de hersenschedel en de aangezichtsschedel.
Alle schedelbeenderen zijn onderling stevig met elkaar vergroeid door naadverbindingen, die ontstaan doordat de beenderen met de randen in elkaar groeien.