Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 24-03-2021

Konijnen

betekenis & definitie

In tegenstelling tot de nauw verwante hazen, die in bodem kuiltjes hun ziende jongen ter wereld brengen, brengen de konijnen in zelf gegraven holen in de zomer elke vijf weken vijf tot tien naakte en blinde jongen voort. Deze sterke voortplanting compenseert de verliezen door allerlei roofgedierte.

De schade die konijnen door het omwoelen van de grond in jonge aanplant, aan dijken en op weilanden aanrichten, is zeer groot. De schapenfokkers in Australië hebben lange tijd een vergeefse strijd tegen de daar geïmporteerde konijnen gevoerd. Een speciaal hiervoor ingevoerde besmettelijke ziekte schijnt eindelijk de konijnenplaag binnen de perken te houden. De uit de wilde konijnen gewonnen tamme konijnen hebben zich in talrijke rassen gesplitst: Vlaamse reuzen, Franse langoren, chinchilla’s, blauwe en witte Weners, Lotharingers en Polen, enz.