Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 24-03-2021

Germanen

betekenis & definitie

noordwestelijke tak van de Indogermanen. Oudst bekende vestiging: onze lage landen, Jutland, Scandinavië. Omstreeks 600 v.

Chr. kolonisatie langs de monden van Oder en Weichsel. In 200 v. Chr. drongen de Kimbren en Teutonen het Romeinse Rijk binnen. Rond 50 v. Chr. kwamen de Sueven (Zwaben) de Elzas binnen. De Oostgermanen zetten zich neer in de streek tussen Weichsel en Zwarte Zee; zie verder onder Goten, Vandalen, Boergondiërs.

De invasie van de Hunnen, 375 n. Chr., bracht de Germanen weer tot zwerven. Het Westromeinse Rijk ging in die tijd onder. Over Noordgermanen, zie Vikingen.