of ook moerasbever; hij onderscheidt zich van de bever door zijn rattestaart. Hij leeft in de gematigde zone van Zuid-Amerika aan rivieroevers in zelf gegraven holen en voedt zich met moeras- en waterplanten.
Zijn kleur is grauwbruin. Hij bereikt een lengte van 45 cm (met staart 90 cm). Om zijn waardevolle pels (nutria genoemd) fokt men hem in farms.