Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 24-03-2021

Barok

betekenis & definitie

De 17de en het begin van de 18de eeuw duiden wij aan als het tijdvak van de Barok. Deze volgt op de tijd van de Renaissance. De stijl van de barok brengt het levensgevoel van de toenmalige mens tot uitdrukking, die blij en dynamisch was.

Zij legt daarbij het hoogtepunt in de glorie en de macht van Kerk en vorst. In de bouwkunst en in de schilderkunst treffen wij vreugdevolle kleuren en geëmotioneerde vormen aan. Naast prachtige kerken (de Gesù te Rome, Karlskirche te Wenen; verder te Salzburg en München) ontstonden luisterrijke paleizen (Zwinger te Dresden, het Escorial bij Madrid, Versailles). Niet overal heeft de Barok echter dezelfde vormen. Men onderscheidt in de bouwkunst twee grote richtingen; de ene streng van vorm en lijn („Palladijnse Barok”) in Frankrijk, Spanje en de protestantse landen; de andere uitbundig en zwierig („Berniniaanse Barok”) in Italië en de katholieke streken van noordelijk Europa (zuidelijke Nederlanden, Oostenrijk, Zuid-Duitsland). Enkele bekende vertegenwoordigers: Bernini en Borromini in Italië, Neumann en de gebroeders Asam in Duitsland.

Ook de schilderkunst kent een uitbundiger en strengere richting: tot de eerste behoren o.a. Rubens en El Greco, tot de tweede o.a. Rembrandt en Velasquez. Middelpunten van schilderkunst waren Amsterdam, Antwerpen en Madrid. Bij hun pogingen de kunst van het taalgebruik te veredelen gaan de dichters van de Barok naar ons oordeel dikwijls te ver en kennen soms een opgeblazen en overdreven schrijftaal (preektoon, gekunsteldheid), b.v. Marino en ten onzent soms ook Huygens.

Daarnaast bestaat er echter ook een dichtkunst van hoge waarde en diepe geestelijke inhoud, b.v. Calderon en ook de oudere Vondel. De bekendste componisten van die tijd zijn Bach en Händel.