Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 24-03-2021

Bach

betekenis & definitie

1. Johann Sebastian (1685-1750), de belangrijkste Duitse componist van de Barok. Na bij verschillende vorsten in dienst te zijn geweest en in verscheidene kerken als organist te hebben gewerkt, werd Bach in 1723 cantor van de Thomaskerk te Leipzig.

Hij heeft zeer veel gecomponeerd, kerkelijke zowel als wereldlijke muziek. Zijn invloed op na hem levende componisten, tot de moderne toe, is zeer groot geweest. Behalve de Matthaus- en de Johannespassion, componeerde hij o.a. missen, cantates en fuga’s, zes Brandenburgse concerten, solosonates voor viool en violoncel, en kamermuziek; 2. Johann Sebastian heeft verscheidene zonen gehad, die allen een zekere naam in de muziek verwierven: Wilhelm Friedemann (1710-1784) was de oudste en meest begaafde zoon. Hij stierf in de grootste armoede. Zijn orgelcomposities en orkestwerken getuigen van grote begaafdheid; Carl Philipp Emanuel (1714-1788) componeerde concerten, sonates, kamermuziek en liederen; een belangrijke vertegenwoordiger van de zogenaamde expressieve stijl; Johann Christoph Friedrich (1732-1795) schreef oratoria, motetten, pianosonates en kamermuziek; Johann Christian(1735 —1782), de „Londense Bach”, muziekmeester aan het Engelse hof. Zijn lichte, opgewerkte composities hebben Mozart beïnvloed.