z.n.o. - (veroud). Lange smalle kast, die, in verscheidene gaten of keepen, ettelijke elkander volgende schijven bevatte.
De duizendbeenen werden vertikaal vastgemaakt, ieder aan elke zijde van den mast van den boegspriet en van de woeling van dien mast: en zy dienden om den doortocht te bevorderen van het afdalend want.