Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Gepubliceerd op 11-07-2022

Allarm

betekenis & definitie

z.n.o.

1°. Wapenkreet, van ’t Ital. All’arme, “te wapen.” Allarm blazen. Valsch, loos allarm. Aan boord der Nederlandsche oorlogschepen slaat de tamboer op zijn trom allarm, waarop ieder naar de hem aangewezen plaats in de geschuts- en gevechtsrolle gaat en zorgt, dat alles op die plaats tot het gevecht gereed zij.
2. Oploop, beweging, misbaar, by het ontstaan van onraad of gevaar. Een geweldig allarm verwekken.

< >