XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Vondelpark

betekenis & definitie

Vondelpark - "Het Vondelpark is een schenking, een legaat, een vorstelijke en onvervreemdbare gift aan gezondheid voor nu en altijd voor alle Amsterdammers, groot en klein, die er zijn of komen zullen". Aldus Heimans* en Thijsse* in 1901. Eind 1863 vatte de Amsterdammer C.P. van Eeghen* het plan op tot stichting van een rij- en wandelpark aan de rand van de stad. Hij vond 24 medestanders, o.a. mr. J. Messchert van Vollenhoven, burgemeester van A., die het erevoorzitterschap van een commissie tot stichting van het park aanvaardde.

In het begin van 1864 werd onder de Amsterdammers een circulaire verspreid, waarin de plannen werden ontvouwd en financiële steun werd gevraagd. Op 9 mrt. was ƒ 83.896 binnen en op 15 juni 1865 kon het park, althans de 10 ha die het toen besloeg, voor het publiek worden opengesteld. De vermaarde tuinarchitect L.D. Zocher* (een straat achter het park is naar hem genoemd) was met het ontwerp belast. Hij nam de Engelse parkarchitectuur van die dagen tot voorbeeld. Kort na de opening van de eerste 10 ha maakte het bestuur van de Vereeniging tot Aanleg van een Rij- en Wandelpark plannen voor een uitbreiding met 30 ha. Het publiek bleef echter toen vrij lauw, er kwam te weinig geld binnen en dus werd slechts 6 ha aangekocht. Die lauwheid van het publiek bleef ook bij latere acties tot vergroting en pas in 1870 vond het bestuur een goede oplossing. Het kocht 8 ha grond, verkocht 3,5 ervan als bouwterrein (de tegenwoordige P.C. Hooftstraat) en gebruikte de winst voor de parkaanleg.

Ten slotte werd in het voorjaar van 1878 de uitbreiding voltooid; Amsterdammers hadden in twaalf jaar ƒ 212.000 bijeengebracht en het park was 48 ha groot. In een bestuursvergadering van 2 aug. 1867 werd besloten het park de naam "Vondelspark" te geven; de "s" is later verdwenen. Het Vondelstandbeeld* werd op 19 okt. 1867 onthuld. Het beeld is van Louis Royer*; het voetstuk van P.J.H. Cuypers*. In 1874 kwam het Melkhuis* tot stand, een echte boerderij in die eerste jaren, toen de bekende Lakenvelder koeien op het weiland ervoor graasden (waar nu de tennisbanen zijn). In 1878 verrees het Paviljoen*. Het stoomgemaal aan de Kattenlaan werd in 1876 door een nieuw gemaal aan de Amstelveenseweg vervangen. Het Vondelpark vormt nu een afzonderlijke polder, die, hoewel onderdeel van de Binnendijkse Buitenvelderse polder, die tot Amstelland behoort, afwatert op de boezem van Rijnland. In 1870 kreeg het Vondelpark van Artis twee paar zwanen ten geschenke.

De muziektent verrees in 1873. In 1939 werd in het Rosarium een monumentale stenen bank onthuld. Hoezeer Amsterdammers meeleven met het wel en wee van het park is bij vele gelegenheden gebleken, vooral bij de verbinding van de Van Baerlestraat en de Eerste Constantijn Huygensstraat. Sinds 1919 heeft het publiek zich over deze kwestie druk gemaakt; tientallen ingezonden stukken zijn bij tijd en wijle in de dagbladen verschenen en tal van oplossingen zijn daarbij aan parkbestuur en gemeentebestuur verstrekt. In 1938 heeft de gemeenteraad het besluit genomen tot een overbrugging, dus geen dijk, zoals het oorspronkelijke plan was. Jonge werklozen hebben in 1941 het rijkversierde hek aan de Stadhouderskade gerestaureerd. In de hongerwinter 1944-1945, toen overal in en om A. bomen en huizen ten prooi vielen aan de bevolking op zoek naar brandstof, werd het Vondelpark gesloten en bleef de begroeiing min of meer ongerept. In 1953 werd het park aan de gemeente geschonken. De oorlog had een grote achterstand in het onderhoud teweeggebracht en de vereniging wist zich op den duur geen raad meer om de benodigde gelden op te brengen. De gemeente nam direct maatregelen en op 21 apr. 1959 werd na drie jaar herstel en vernieuwing de laatste nieuwe boom op feestelijke wijze geplant.

Ook de verlichting is toen geheel gemoderniseerd. Ter gelegenheid van het eeuwfeest in 1965 werd in het park een grote beeldententoonstelling gehouden, die tot ver over de grenzen de aandacht trok. Het Vondelpark raakte in de hele wereld bekend doordat er geslapen mocht worden, totdat dit in 1975 verboden werd. Hoewel er sinds 1953 veel aan de renovatie van het park was gedaan, waren de nieuwe renovatieplannen in 1981 hoognodig. Een belangrijke rol hierbij speelde de te hoge waterstand, waarvan veel bomen (kastanjes, iepen en linden) te lijden hebben. Aan de vervanging van drainage en ophoging werd enkele jaren gewerkt.

Het duurde tot midden jaren tachtig, voordat het Vondelpark een derde renovatie onderging. Deze betrof de recreatieve aspecten van het park, de loop van de paden en de indeling van het terrein. Het bruggetje uit 1873 over het sierwater naar de muziektent werd in 1981 vernieuwd. In 1983 werden de smeedijzeren hekken aan de zijde van de Stadhouderskade opnieuw gerestaureerd en herplaatst. De bouwvallig geworden muziektent uit 1873 van

architect Zocher werd in 1991 door de Stichting Muziektent Vondelpark voor ƒ 800.000 gerestaureerd. Dick Smeding, die ook de muziektent op het Thorbeckeplein ontwierp, maakte de tekeningen. In 1994 stelde wethouder Weeda van het stadsdeel Zuid voor, een beeld van Picasso te verkopen om het park een nieuwe opknapbeurt te kunnen geven. Dit stuitte echter op groot verzet, mede omdat het ontwerp voor dit beeld, dat zich in het Vondelpark bevindt, door Picasso aan A. werd geschonken ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het park in 1965. Het Vondelpark kreeg in 1996 als eerste stadspark in Nederland een plaats op de rijksmonumentenlijst.

LIT. Dr. L. Jansen, Het Vondelpark en de gemeente Amsterdam, O.A. 1965, 130; id., Het Vondelpark In de stadsuitbreidingen, O.A. 1965, 226; J. Elsendoorn, Honderd jaar Vondelpark, 1965; drs. W.J. Bruyn, De ingangen van het Vondelpark, O.A. 1967, 170; A.

Kooy, Een groen getooide Keizerskroon, O.A. 1972, 268; J. Brants, Vondelpark twintig jaar stadsbezit, O.A. 1973, 168; A.J.M. Rövekamp, Vondelpark en omgeving, O.A. 1977, 326; dr. J.M. Fuchs, W.J. Simonis, Allemaal op de fiets in Amsterdam, O.A. 1978, 54; Marjon Koerselman, Afra Scholing, Annet Slettenhaar en Anneloes Spruyt, Vondelpark, wonderpark? Een beschrijving van een natuurpad in het Amsterdamse Vondelpark, 1982; Fifine Kist, Het ontstaan van het Willemspark, O.A. 1992, 132; Daan Aeyelts, Passen op het Vondelpark, O.A. 1993, 219; Gaston Bekkers e.a., Ode aan het Vondelpark, 1997.