Vlooienburg, het deel van de Jodenbuurt* tussen Amstel en Waterlooplein*, waar Spinoza's* geboortehuis moet hebben gestaan, heeft erg van de gevolgen van de oorlog te lijden gehad en werd gesaneerd. De naam heeft niets met vlooien te maken, maar duidt op vloeiing. De terreinen waren in 1593 opgehoogd tegen overstromingen of vloeden en zo ontstond de naam Vloedenburg, Vloenburg of Vlooienburg voor deze wijk.
De Korte en de Lange Houtstraat, die dit stadsgedeelte doorsneden, werden in de 17de eeuw ook wel Vlooienburgstraat genoemd. De beide Houtstraten verdwenen in de bouwput van de Stopera*, evenals de Zwanenburgerstraat. In 1978 werd in het synagogencomplex Jonas Daniël Meijerplein, Nieuwe Amstelstraat 6, een tentoonstelling gehouden, georganiseerd door het Joods Historisch Museum* en getiteld Vlooyenburgs Verval.
LIT. Dr. I.H. van Eeghen, De geschiedenis van het eiland Vlooienburg, M.A. febr. 1953, 17; B. de Ridder, Vlooienburg, O.A. 1955, 142; A. Gerhardt, Nogmaals Vlooienburg, O.A. 1956, 15; W.H.F. Vloeijberghs, Voor de derde keer Vlooienburg, O.A. 1956, 61; C.A.L. Sander, Vloonburg, O.A. 1957, 53; Richter Roegholt, Vlooyenburg en het Stadhuisdrama, De Lamp aug. 1986.