Paradiso, Weteringschans 6. "Lang geleden eens een hoge, sombere kerk, nu een centrum voor het wilde beatbandwerk, Paradiso woest beschilderd als een vreemde boerenschuur, Blijkt opeens een zeer bijzonder Wonder van Architectuur", dichtte A. van Nes in 1975. In 1968 werd Paradiso geopend in het voormalige kerkgebouw van de Vrije Gemeente (architecten vader en zoon Salm*), die het in 1964 verlaten had. De Amsterdamse saxofonist Hans Dulfer startte in Paradiso de consertserie Jazz at the Paradiso, die binnen een paar maanden naam maakte. Elke week werd er in dit omstreden gebouw gespeeld door de Nederlandse avant-garde, Amerikaanse boppers als J.R.
Monterose en Amerikaanse free-jazz musici als Sun Ra en Frank Wright. Paradiso betekende het begin van een victorie voor tal van muziekgroepen. In 1977 kwam Paradiso op de Monumentenlijst, zodat de gevreesde afbraak niet doorging. Paradiso heeft zich sindsdien een voorname plaats verworven op de uitgaansagenda van de stad, met als voorlopig hoogtepunt het concert van de Rolling Stones in mei 1995.
LIT. Rudy Koopmans, Jazz in Amsterdam, O.A. 1980, 72; Max Natkiel, Paradiso Stills, 1986; Lutgard Mutsaers, 25 jaar Paradiso: de geschiedenis van een podium, 1993; Peter-Paul de Baar, Poepemmer, Provo en Paradiso, O.A. 1998, 76.