XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Paleiskoepel

betekenis & definitie

Paleiskoepel - De koepel op het Koninklijk Paleis* die, als zij volgens de plannen van Jacob van Campen* zou zijn gebouwd, nog rijker met beeldhouwwerk zou zijn versierd, was door de bouwmeester gedacht als de plaats voor "der Stede klok". Al in de Middeleeuwen hing de stadsklok boven de zetel van de stadsregering, in "het Torentgen", en toen in 1615 de spits van het middeleeuwse stadhuis* was afgebroken, werd de "steeklok" op de torenstomp in een juk opgehangen; zij hoorde bij het stadsbestuur. Voor het nieuwe stadhuis werd in 1655 het uurwerk besteld bij Jurriaan Spraeckel, die met de Hemony's samenwerkte. Maar het klokkenspel hadden burgemeesteren aan François Hemony* opgedragen, die het met zijn broer Pierre samen in 1664 heeft voltooid. In 1966 werd het paleiscarillon met enkele nieuwe klokken uitgebreid; het telt er nu 36.

LIT. J.E. Huiskens, 's Konings Paleis op den Dam, 1989; E.J. Goossens, Schat van beitel en penseel, 1996; G. Mak, Het Stadspaleis, 1997.