Molenwijk - De naoorlogse stadswijk Oostzanerwerf, balanceert op de noordelijke grens van het stedelijke gebied. De ruime opzet van de bebouwing en de kleinschalige aanpak van de buitenruimte geven deze wijk een boeiend en intiem karakter. De wijk bestaat uit zestien flatblokken van tien verdiepingen, gegroepeerd als wieken van een molen rond vier parkeergarages. De namen herinneren aan molens: Grondzeiler, Bovenkruier, Paltrok, Berg-, Hand-, Water-, Toren-, Wal-, Schip-, Pelt-, Wip-, Standaard- en Rosmolen, Spinnekop en Tjasker.
Op 5 dec. 1966 sloeg A.P.Th. van Pol, voorzitter van de Federatie van Amsterdamse Woningbouwverenigingen, de eerste paal voor de 1260 woningen van het Molenwiekenplan. Het kwam tot stand dankzij de samenwerking tussen de afdeling Stadsontwikkeling van Publieke Werken, deskundigen van de Dienst Volkshuisvesting en de reeds genoemde federatie. De eerste bewoners (de fam. Uffen uit Oosterhout) werden op 2 apr. 1968 in Bovenkruier welkom geheten door wethouder Elsenburg.
LIT. G.J. Versteeg, Het Molenwiekenplan, O.A. 1966, 263; J.W. van Meeren, Het groen in Molenwijk, O.A. 1968, 252.
