XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Groot, Hugo de

betekenis & definitie

Groot, Hugo de (1583-1645), een wonderkind dat op zijn zestiende al tot doctor promoveerde, een rechtsgeleerde van internationale faam, wiens "De iure belli ac pacis" een van de belangrijkste grondslagen van de volkenrechtswetenschap werd. In 1619 werd hij, als tegenstander van prins Maurits, tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld. Hij ontsnapte daarna in een boekenkist uit slot Loevestein en vestigde zich vervolgens in Parijs. In Oud-West zijn een paar straten naar hem genoemd. In 1632 bracht hij, tijdens zijn verbanning, een bezoek aan A. onder de schuilnaam "Neef Van der Linde".

In het huis genaamd "Het witte paard" aan de Herengracht (er staat nu een ander huis op deze plaats, nr. 376) had zijn gastheer Joost Brasser hem gelegenheid gegeven zijn geestverwanten te ontmoeten. Ook de dichter P.C. Hooft* heeft hem hier gesproken. Vondel* heeft enige jaren later (1637) zijn Gijsbrecht van Aemstel aan Hugo de Groot opgedragen.