XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Cartografie

betekenis & definitie

Cartografie - Afgeleid van het Griekse "chartès", blad, papier, en "graphein", schrijven, is het vervaardigen van kaarten en alle daarmee verband houdende activiteiten, zoals globes. Kort na de uitvinding van de drukpers beseften drukkers dat afbeeldingen van kaarten een winstgevend artikel vormden. Vanaf 1500 zijn er eerst in Italië, later in Duitsland en Frankrijk allerlei kaarten gedrukt en pas na 1570 ontstond de gewoonte om kaarten, alle op hetzelfde formaat, tot een atlas samen te voegen. Deze vorm is voor het eerst in Antwerpen toegepast, maar pas in A. bereikte de atlasproductie een toppunt van perfectie. Het is dan de 17de eeuw.

Belangrijke graveurs-cartografen waren Jodocus Hondius (1563-1612), Petrus Kaerius (1575-1611), Willem Janszoon Blaeu* (1571-1638) en zijn zoon Joan Blaeu (1596-1673). Als kaartenmarkt was A. in de jaren 1600-1700 belangrijker dan andere centra van boekhandel, zoals Frankfurt en Parijs. De grote atlassen van de Blaeu's met hun zorgvuldige en rijk gekleurde kaarten in hun kostbare banden karakteriseren het best de beschaving uit de Gouden Eeuw. Tegen het einde van de 17de eeuw was het gedaan met de glorie van de A'damse cartografie. In Frankrijk werden door Sanson en later door De l'lsle nieuwe wetenschappelijke methoden ontwikkeld en toegepast, terwijl in Nederland weinig nieuwe initiatieven werden ondernomen en men zich hoofdzakelijk tot het klakkeloos nadrukken van reeds bestaande kaarten beperkte. Op één gebied bleven de A'dammers nog lange tijd heer en meester van het terrein: de zeekaarten. Het A'damse huis Van Keulen, omstreeks 1680 gesticht door Johannes van Keulen, verdrong niet alleen de concurrenten op dit gebied, maar verkreeg een Europese naam en fungeerde welhaast als een officiële instelling, ook gedurende de 18de eeuw.

LIT. F.J. Dubiez, De Amsterdamse boekdrukkers en kaartenmakers Willem janszoon Blaeu en Johan Blaeu, O.A. 1958, 139; id., Int Schrijfboeck, O.A. 1960, 206 en 240; dr. ir. C. Koeman, De Wereld op papier, O.A. 1967, 69; J.H. Kruizinga, Een Watergraafsmeerkaart jubileert (1719-1969), O.A. 1969, 76; Mare Hameleers, Zeventien kaartboeken in restauratie, O.A. 1992, 214.