Gepubliceerd op 18-08-2020

Parlevinken (scheepvaart)

betekenis & definitie

Vroeger ontmoette men vaak vreemde kooplieden, die al reizende een kleinen handel dreven. Zij spraken koeterwaalsch, zij parlevinkten een vreemde taal en zoo noemde men dat handelen „parlevinken”.

Thans verstaat men onder parlevinken: met een bootje langs de schepen in de haven of op de rivieren varen, om waren te verkoopen aan de opvarenden. De kooplieden heeten parlevinkers, kistjesmannen, kadraaiers of zoetelaars.