Gepubliceerd op 18-08-2020

Pakhuismeesteren

betekenis & definitie

Een bijzonder veem, te Amsterdam en te Rotterdam gevestigd, dat zich bepaalt tot den opslag, de verwerking en de veiling van thee. De naam stamt uit den tijd der O.

I. Compagnie, de eerste invoerster van thee uit China naar Europa. De Compagnie sloeg de thee op in een afzonderlijk pakhuis en stelde er beheerders over aan met den titel: „De pakhuismeesteren van de thee”. Na de opheffing van de Compagnie werd de theehandel regeeringszaak. De ambtenaren, hiermee belast, behielden den naam van pakhuismeesteren. In 1818 hielden alle regeeringsbemoeiingen op en werd het bedrijf een partikuliere instelling met den ouden naam.De bestuurders hebben groote vakkennis en staan den handel met hun raad ten dienste. De thee wordt opgeslagen in het pakhuis „Zondag” te Amsterdam (één der entrepotgebouwen), waar elke week een veiling plaats heeft. Duizenden kisten worden verkocht „op ceel” (veemceel). De goede naam der „Pakhuismeesteren” is voor de koopers een waarborg, dat de hoedanigheid van de gekochte thee met de monsters overeenkomt.

In 1826 werd de eerste proef genomen om de theeplant op Java over te brengen en in 1828 werd de Gouvernementstheecultuur ingevoerd. De eerste thee uit Java kwam in 1835 onder de zorgen van de „Pakhuismeesteren” te Amsterdam aan. Thans komt 85 % van de aangevoerde thee uit Nederl. Indië. De helft daarvan wordt uitgevoerd naar het buitenland.