Gepubliceerd op 18-08-2020

Oliegas

betekenis & definitie

Een mengsel van koolwaterstoffen, verkregen, door met een fijne straal ruwe petroleum onder druk te spuiten in retorten, die tot 800 graden verhit zijn. Er ontstaat dan een gas, dat uit 40 % moerasgas, 27 % waterstof en verder uit zware koolwaterstoffen bestaat.

Moerasgas en waterstof worden hieruit verwijderd en dan heeft men een gas over, het zgn. oliegas, dat zich gemakkelijk in flesschen laat samenpersen tot een vloeistof. De uitvinder van dit gas heette Blau en daarom heet oliegas ook blaugas.Oliegas had vroeger veel waarde, omdat het te gebruiken was in autogene laschbranders, in de plaats van waterstof, dat veel minder warmte gaf. Toen men echter het acethyleengas leerde kennen, werd het oliegas alleen nog gebruikt voor verlichting van spoorwagens en vuurtorens, omdat het brandt met een lichtgevende vlam. Ook tegenwoordig is het oliegas nog in gebruik, want al hebben vuurtorens een electrische verlichting, er behoort toch een noodverlichting met oliegas aanwezig te zijn. Het Rijk heeft daartoe een fabriek aan den Hoek van Holland, die oliegas in stalen flesschen levert. Men kan oliegas ook met een gloeikousje gebruiken. Watergas (zie aldaar), dat reukeloos is, mengt men met oliegas, dat een duidelijk waarneembaren geur heeft.

Indien watergas uit een leiding mocht ontsnappen, dan zou er gevaar ontstaan voor vergiftiging door kolendamp (koolmonoxyde), dat rijkelijk in watergas aanwezig is. Men zou dan niet gewaarschuwd worden door den geur, zooals dat bij steenkoolgas wel het geval is. Vermenging van watergas met oliegas heft dat bezwaar op.