Gepubliceerd op 18-08-2020

Kamers van Koophandel

betekenis & definitie

Een rijksinstelling, welke ten doel heeft, handel en nijverheid te bevorderen en raad te geven aan de overheid. Reeds voor een eeuw bestonden zij en bij de wet van 1920 is er een regeling voor gemaakt.

Aan de Kamers werden toen eigen geldmiddelen uit een afzonderlijke nieuwe heffing (inschrijving in het Handelsregister) toegewezen. Er is overeenstemming tusschen de Kamers van Koophandel en de vroegere gilden; de gilden hadden evenwel wetgevende bevoegdheid, hetgeen de Kamers van Koophandel niet hebben.In elke gemeente kan, wanneer de Gemeenteraad dat wenscht, bij K.B. een Kamer van Koophandel gevestigd worden; ook voor verscheidene gemeenten te zamen. De Kamer geeft raad aan provincie, gemeente en aan de rijksregeering. De Koning bepaalt het aantal leden. Om de twee jaar treedt de helft der leden af. Burgemeester en Wethouders maken de kiezerslijst voor de verkiezing der leden op; candidaten worden niet gesteld. Kiezers zijn de bestuurders van bedrijven ter plaatse. De Kamer kiest haar eigen bestuur uit haar midden.