Gepubliceerd op 18-08-2020

Kameraar

betekenis & definitie

Eertijds was een kameraar een vorstelijk kamerdienaar, ook kamerling genoemd. Daarna werd kameraar de titel van den overste van de koninklijke schatkamer en ten slotte werd het woord gebruikt voor den beheerder der geldmiddelen (ontvanger, rentmeester) van steden, gilden, kloosters en vereenigingen.

Ook thans nog heeft men den titel in waterschappen. De kameraar van het dijkbestuur van den Lekdijk-Bovendams. De kameraar van den polder Bijleveld en De Meerndijk.