Gepubliceerd op 18-08-2020

Kalander (graanhandel)

betekenis & definitie

Klander, zwarte korenmot. Een snuitkever met recht vooruitstekende snuit, van de orde der schildvleugeligen.

De vleugels zijn onvolkomen ontwikkeld en verborgen onder de harde dekschilden. De vorm is van boven plat en overal even breed. De kever leeft in den graanhoop, liefst op een warmen korenzolder. Het wijfje boort in het voorjaar een gaatje diep in een korrel en legt er een eitje in. De legtijd duurt vier weken. De larven, die uit de eieren komen, zijn wit, zij hollen den korrel uit, verpoppen zich en overwinteren in reten. Men treft den klander meestal aan den Zuidkant aan, waar het ’t warmst is en verder in het midden van den graanhoop, niet aan de oppervlakte.Om den kever te bestrijden, stopt men alle reten toe en schept den hoop graan geregeld om, ten einde het wijfje bij het eierleggen te storen. Men houdt den zolder droog en luchtig.

Meel van tarwe, waarin veel klander voorkwam is minderwaardig.