Gepubliceerd op 18-08-2020

Den (binnenvaart)

betekenis & definitie

Het ruim van een schip (lionsden: leeuwekuil).

Denneboom: luikhoofd van een binnenschip, de staande planken rondom de luikopening, waarop de luiken rusten. Verder heeft den de beteekenis van bergzolder, bergvloer. Zoutden: bergplaats voor zout. Volgens de Zoutwet van 1892 moesten de bergplaatsen voor het zout beschilderd zijn met het woord ,,Den”.