Gepubliceerd op 18-08-2020

Deken (visscherij)

betekenis & definitie

Het deksel van de vischbun, eertijds in een visschersschip. De bun was drie en een halven meter lang bij anderhalven meter breed en het deksel reikte anderhalve meter onder het dek.

Tegenwoordig pakt men de visch in ijs en is de bun niet meer noodig. Toch spreekt men nog van het dekenruim. Op loggers bewaart men daarin de vaten haring.