Gepubliceerd op 18-08-2020

Bezaan (zeilvaart)

betekenis & definitie

Het achterste gaffelzeil van een driemastschip, gevoerd aan den bezaansmast. De voorste mast heet de fokkemast, de middelste de groote mast, de achterste de bezaansmast.

De bezaansmast is korter dan de groote mast en draagt een gaffelzeil, de andere dragen bij een bark razeilen. Een bezaan heeft het voordeel, dat het schip goed bestuurbaar blijft, indien men het grootzeil (aan den grooten mast) laat vallen. De overgebleven zeilen (fok en bezaan) zijn dan nog gelijkmatig over het schip verdeeld.Het woord bezaan is afgeleid van het Spaansche woord mesana, dat middelste beteekent. De verwisseling van m en b hoort men nog in het Zuid-Hollandsche dialect, waarin men soms spreekt van Berie voor Marie en kobedie voor komedie. Vroeger meschuit voor beschuit.