Gepubliceerd op 18-08-2020

Barnsteen

betekenis & definitie

Een hars afkomstig van vroegere harshoudende sparrenbosschen. Ter plaatse waar nu de Oostzee is, moeten vroeger uitgestrekte sparrenbosschen hebben gestaan, welke door de zee zijn bedolven en met slijk en zand bedekt.

Thans liggen de resten aan de kust een paar meter onder de oppervlakte van het water in den grond onder het bereik van de branding, welke er stukken hars uitspoelt en op het strand werpt. Het hout moet zeer rijk aan hars zijn geweest, want men heeft stukken barnsteen van 700 kg gewicht gevonden. Bij een enkelen storm aan de kust van Samland werd eens voor een waarde van 30 duizend gulden aan het strand gespoeld. Reeds meer dan 3000 jaar vischt men daar naar barnsteen. Thans wint men het er door baggeren en graven met machines: eenige honderdduizenden kilogrammen ’s jaars. Men doet het er echter ook nog met eenvoudige hulpmiddelen.

Wanneer na een storm de golven wat bedaren, gaat de visscher in een oliepak, voorzien van een groot schepnet, de aanrollende branding tegemoet. In het zonlicht ziet hij zijn buit glinsteren in de golf, steekt er zijn schepnet onder en weet op deze wijze soms wel tien pond op een dag te bemachtigen. Hij levert het dan aan de staatsopkoopers af, want de handel in barnsteen is sedert 1837 het uitsluitend recht van den staat. Oorspronkelijk was het een recht van de Duitsche ridders, later van de vorsten. Blijkbaar heeft de zee met slib en zand kleine stukjes barnsteen naar elders vervoerd, want men vindt deze aan de kust van Ameland, van Schotland en hier en daar in Engeland.

Reeds van ouds was barnsteen een gewaardeerd handelsartikel. Homerus vermeldt het onder den naam van Electron, van welk woord het woord electriciteit is afgeleid. De wijsgeer Thales van Milete heeft nl. in 536 voor Chr. ontdekt, dat het barnsteen na wrijving lichte voorwerpen aantrekt en ook thans nog ziet men op de markten de kooplieden de proef van Thales herhalen, ten bewijze dat hun koopwaar van echte barnsteen is gemaakt en niet is vervalscht, een proef, die evenwel niet de bewijskracht heeft, welke de koopman er aan toeschrijft. Reeds in het steenen tijdperk schijnt men halsketens en kralen van barnsteen gemaakt te hebben; ook de Romeinen deden dit. In de graven der Egyptenaren heeft men barnsteenen versierselen gevonden; vanwaar deze het barnsteen kregen is niet bekend. De Grieken en Romeinen ontvingen het van Noordelijke volken, die het amber noemden en voor bewierooking gebruikten.

Thans maakt men van barnsteen sigarenpijpen. Het kan warm gebogen en gesneden worden. Men heeft barnsteendraaierijen in Danzig en in Weenen. Van den afval maakt men barnsteenvernis, dat men voor schilderijen gebruikt. Ook worden kleine stukjes wel tot groote stukken samengeperst, hetgeen met het microscoop steeds herkenbaar blijft aan de luchtbelletjes, welke zich platgedrukt voordoen. Barnsteenolie wordt ter vervalsching van muskus gebruikt.

Het heldere barnsteen heeft de meest waarde. Men maakt barnsteen na met kopalhars en celluloid. Kopalhars is nl. een soortgelijke stof, maar afkomstig van vlinderbloemigen.

Men heeft in barnsteen afdrukken van vliegjes gevonden. De vlieg is vroeger door het hars omsloten en toen vergaan; de afdruk ervan is echter in het barnsteen gebleven en het lijkt, alsof er aan de vlieg niets is veranderd. Als merkwaardigheid hebben deze zgn. barnsteenvliegjes veel handelswaarde gekregen en men heeft ze nagemaakt. In de musea van Koningsbergen, Berlijn en Danzig heeft men er verzamelingen van. Afdrukken vindt men van termieten, sprinkhanen, spinnen, maar ook van bloemen en planten, welke in een tropisch klimaat thuis behooren. In het derde tijdperk der aardgeschiedenis, millioenen jaren geleden, toen de sparrenbosschen groeiden, waaruit later het barnsteen ontstond, heerschte daar dus een tropisch klimaat.