wat verouderse naam van het feest dat ook Vreugde van de Tora en Vreugde over de Leer wordt genoemd. Dit feest wordt gevierd omdat de Tora bestaat die wordt genoemd ‘een boom des levens voor wie zich daaraan vast grijpt’.
De Tora die bestaat uit de vijfhoeken van Mozes ofwel de eerste boeken van het O.T., is meer dan een verzameling van wetten en voorschriften maar geeft ook een ’schat aan menselijk onderricht’ en op grond daarvan bestaan bezwaren tegen de eerst genoemde naamgeving. Over de herkomst van de Tora bestaat geen eensluidende visie. Sommigen hebben met het antwoord geen moeite en verwijzen naar Ex. 20:21 waar beeldend wordt verteld hoe Mozes op de berg Sinaï de wetten en voorschriften van God kreeg.Anderen beweren dat de Tora geen goddelijke oorsprong heeft maar een samenvatting, het eindresultaat is van het leven in het bijbelse Israël, zoals daarover in het OT is geschreven en als zodanig een goede basis voor gedrag en sociale wetten. In elk geval wordt aangenomen dat de Tora een ontstaansgeschiedenis heeft van 600 jaar, het oudste deel van 1100 v.d.g.j. dateert en het jongste van 500 v.d.g.j. De vreugde over het feit de Tora te bezitten vervult op deze feestdag de synagoge, want de Tora is ook het teken van Gods Verbond met het Volk Israël. Teken van de afspraken die Hij maakte met de aartsvaders Abraham, Isaak en Jakob. Kinderen zeggen op deze dag: ’De Tora is jarig’ en de blijdschap daarover is niet nieuw want men citeert ook de jubel van David die zong: ’De opdrachten van de Eeuwige zijn oprecht, zij verheugen het hart’. Overal waar joden wonen danst men op deze dag met de Tora in de armen; in Israël zelfs op straat.
Op deze dag wordt het laatste hoofdstuk van het laatste Toraboek gelezen c.q. het laatste hoofdstuk van Deuteronomium en begint men meteen met het eerste hoofdstuk van Genesis want de Tora is verdeeld in zoveel delen dat men een jaar nodig heeft voor de gehele lezing. Daarin mag geen hiaat bestaan zodat op deze dag onmiddellijk weer een begin wordt gemaakt met de lezing van Genesis. De gemeente wordt opgeroepen deel te nemen aan de blije rondgang door de synagoge met een Torarol in de arm terwijl de gazzan reciterend en zingend voorop loopt. Dit vindt duidelijk merkbaar met grote vreugde plaats en met voeten die dansen. De prediking handelt over de dood van Mozes beschreven in het laatste hoofdstuk van Deuteronomium. Kinderen hebben een eigen feest en dansen ook vol vreugde door de synagoge met vlaggetjes in de hand waarop een Davidsster en afbeeldingen van de Tien Geboden of Tora.
Kinderen die nog niet Bar of Bat Mitswa zijn worden opgeroepen op de Biema te komen; een volwassene zegt een zegenspreuk, en terwijl een gebedsmantel als een baldakijn boven hun hoofden wordt gehouden, klinkt een gedeelte uit de Tora.
De twee personen die respectievelijk het laatste hoofdstuk van Deuteronomium en het eerste van Genesis hebben gelezen worden genoemd Bruidegom van de Wet en Bruidegom van het Begin; het wordt als een grote eer ervaren hiertoe te worden uitgenodigd.