Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 01-03-2022

theater

betekenis & definitie

(1981) (sold. euf.) het slagveld, het operatiegebied (zie ook operatie*). Ontleend aan het Amerikaans-Engels waar ‘theatre weapons’ korte afstandswapens zijn, zowel nucleair als conventioneel, bedoeld om gebruikt te worden in de gevechtszone.

• De raketten worden ook wel aangeduid als Euroraketten, Eurostrategische systemen of als TNF's. Dit laatste betekent „Theater Nuclear Forces", vrij vertaald „atoomwapens voor het lagveld" („theater" in het militaire jargon). (Limburgsch dagblad, 28/11/1981)
• Als een tweede leger had CNN honderden mensen en tonnen materieel overgebracht naar wat in het Amerikaanse legerjargon toepasselijk 'het theater' heette. (Trouw, 27/07/1991)
• Clinton heeft zelfs aangetoond dat het Pentagon nog altijd tegelijkertijd twee operaties in twee verschillende ‘theaters’ aankan. (Elsevier, 29/10/1994)
• De hoofdrolspelers, Zuid- en Noord-Korea, zijn tot de tanden bewapend. De directeur van het ‘theater’, China, is niet geamuseerd. (Trouw, 14/02/1997)