Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 28-02-2023

opschorten

betekenis & definitie

(17e eeuw) (euf.) uitstellen; geen beslissing nemen. Vaak gezegd van zaken waar men niet direct raad mee weet.

• Vandaag kon hij echter niks nuttigs meer uitrichten - het was immers al donker. Het onderzoek voor onbepaalde tijd opschorten, heette zoiets in recherchekringen. Een eufemisme voor ‘met de handen in het haar zitten’. (De Revisor. Jaargang 29. 2002)