Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 09-12-2022

moeilijk

betekenis & definitie

1) (2004) (straattaal) goed; gemakkelijk; stoer.

• Moeilijk: heel erg goed; geweldig. (Wim Daniëls: Vet! Jongerentaal nu en vroeger. 2004)
• Oppier reisde het hele land door. In Limburg kruipt er wat Duits in de jongerentaal (Dat is blod - dat is stom), in het westen wat exotische termen (Kontabai - 'hoe gaat het') en overal eigen woorden en betekenissen (Je mond ruikt moe - je stinkt uit je mond). Zo pikte Oppier veel op: 'chillybilly (eigen woord voor relaxen), de boks (vuisten tegen elkaar als groet), djongo (joint), pangpang (kont), die papie is moeilijk (die gast is goed), check me dan (let op), breezersletje (meisje dat breezer drinkt), he swa (he vriend). (Rotterdams Dagblad, 27/11/2004)
• In straattaal worden normale Nederlandse woorden ook vaak in een andere - soms zelfs tegenovergestelde - betekenis gebruikt. Zo komt in de afgedrukte tekst het woord moeilijk voor in het zinnetje ‘Hé, doe moeilijk, ik ben je bitch niet.’ Ik heb nog eens goed geluisterd, en vermoedelijk is de tekst: ‘Hé, te moeilijk (...)’ Dat betekent hier ongeveer ‘te gek’, in ouderejongerenjargon. Moeilijk komt vaker voor in straattaal, en betekent dan meestal iets als ‘heel goed’ of ‘fantastisch’. Ik beschik over een tekstfragment van een Marokkaanse jongen die vertelt dat er in de ‘shoppa’ (‘coffeeshop’) twee ‘chicks’ binnenkwamen, en een van hen was volgens hem ‘moeilijk, moeilijk, moeilijk’. (Onze Taal. Jaargang 74. 2005)
• moeilijk [Nederlands] = gewoon, makkelijk? (Leonie Cornips: Het Surinaams-Nederlands in Nederland. 2005)
• Straattaal weerspiegelt de belevingswereld van de jongeren die haar gebruiken. En waar praten die over? Over dingen die ze goed of slecht vinden, over uitgaan, uiterlijk en seks. Vooral het aantal woorden dat ongeveer ‘heel goed’ betekent, is enorm groot. Uit verschillende bronnen hebben we het volgende rijtje gedistilleerd: boeng, baggerz, banish, boem, bond, bong, boos, chili, cool, crime, da bomb, daina, dodelijk, dat doet, dope, errug, flex, fly, foeroe, gevaarlijk, gruweiijk (met als varianten gruwi en gru), gucci, UI, lauw, master(lijk), moeilijk, neet, relaxed, safin, scoobes, siki, spang, spits, spitta, standaard, strak, tranga, vet en ziek. (www.nemokennislink.nl, 13/05/2007)
• Als je moeilijk bent, is dat in de hiphop vaak positief, dan ben je stoer. DuvelDuvel rapt in Iemand moet het doen: ‘Ik ben moeilijk, als Nederlands schijnt te zijn voor rappers.’ (Vivien Waszink: Woord! De taal van nederhop. 2013)

2) (2013) (stud.) heel erg; zwaar.

• Moeilijk. Heel erg, zwaar: ‘Ik heb gister het licht uit mijn ogen gedronken, ik was echt moeilijk dronken’. (Elsevier, 09/02/2013, over studententaal)