(1984) (racistisch scheldw.) Arabier. De kameel als stereotiep beeld + beffer of -neuker, zoals in: geitenneuker*; hondenneuker*; kippenneuker*. Eveneens in het Engels: 'camel-fucker'. Ook wel: 'camel chaser; camel basher, camel driver; camelhead; camel jockey'.
• Kameleneuker: Marokkaan. (Frank Jansen: Schelden op immigranten, in: Hollands Maandblad. 1984)
• Propria Cures constateert verheugd dat dankzij het kleurrijk taalgebruik van Saddam Hoes-sein het uitschelden van de tegenstander weer in ere is hersteld. Live vanuit Leiden, af-standsbediening in de hand, voert de PC-verslaggever het verbale front aan: 'Kameleneukers! Druipsnorren! Soepjurken! Stinkarabieren! Stik in je zand. Mogen al jullie pijpleidingen verstoppen!' (het Parool, 26/01/1991)
• De meest Archie-Bunkerige Nederlanders die ik ooit meemaakte waren de officieren van een Nederlands vrachtschip dat van Rotterdam naar Bahrein voer. Sambo's, kamelenneukers, soepjurken, ploppers, achterladers, het hield niet op. (NRC Handelsblad, 10/08/1992)
• 'Gaan jullie al weg, lapzwansen van de Westbank?! riep de ouwe, 'blij toe, stelletje kamelenneukers!' (Herman Brusselmans: De terugkeer van Bonanza. 1995)
• In Cinerama Bellevue zaten zo'n dertig allochtone jongeren, kamelenneukers uit Marokko om precies te zijn, die voor de overige naar schatting tachtig aanwezigen de vertoning be-dierven met geloei, gehinnik en gegiechel. (Theo van Gogh: Rond de dorpspomp. 31/01/1998, webpagina)
• En nu ben ik eruit geknikkerd omdat een van zijn verklikkers heeft ontdekt dat mijn stiefmoeder de herinnering aan mijn vader kwijt wil raken door drie keer per dag onder een kamelenneuker te kruipen. (Rinus Ferdinandusse en Tomas Ross: De mannen van de maandagochtend. 2003)
• Wie heeft haar van het schoolplein meegenomen en waarom? Een stelletje oversekste kamelenbeffers uit de bovenbouw? (Renate Dorrestein: Echt sexy. 2007)
• Nou, we hebben net een kamelenneuker te grazen genomen en we kijken of er nog meer zijn. (Vrank Post: Judgement Day. 2010)
• Twintigers en dertigers bloeden dood op de hoek van de straat. Helemaal alleen, enkel uitgezwaaid door een aantal zwaailichten. En op het internet hebben ze het een uur later over een zandneger, een kamelenneuker, ‘ach joh, het was maar een bontkraagje’. (James Worthy: Mottenballen voor de ziel. 2016)
• Hij wist dat ik dit haatte en dat mijn hele week hierna verpest zou zijn als hij ging vechten, dus koos hij er verstandig voor zich te beheersen en snel door te lopen, terwijl de man ons nog nariep. ‘Kamelenneuker!’ (Lale Gül: Ik ga leven. 2021)