Wat is de betekenis van Bonanza?

2024-04-27
Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

BONANZA

UIT: 'De burger laat zich niet eindeloos hoeden als een kudde makke schapen' (Alexander Sassen van Elsloo, Vk.nl, 7 augustus 2012) CONTEXT: Door deze dekking konden Portugal, Italië, Ierland, Griekenland en Spanje ineens heel goedkoop lenen. De BONANZA die dat heeft veroorzaakt, of het nu bij de staat, bij het bankwezen, of bij de b...

2024-04-27
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Bonanza

Bonanza - (Eng), in beurskringen: goudmijn, buitenkansje; hausse, boom. In de herfst van vorig jaar verscheen een merkwaardig boek, ‘De val van De Prins’, geschreven door de Belgische journalist René de Witte. Geen roman, maar een heus onderzoeksproject naar het reilen en zeilen van de Belgische videoketen Super Club. Dit bedrijf, in beleggerskring...

2024-04-27
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Bonanza

f. kalm weer op zee; voorspoed; rijke ertsader.

2024-04-27
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bonanza

Bonanza - noemt men, in het bijzonder in mijnen van edele metalen, plaatselijke verrijking van het erts.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bonanza

[Sp., mooi weer (op zee)], plaatselijke uitzonderlijk rijke concentratie van een ertsafzetting, in het bijzonder van goud en/of zilver.

2024-04-27
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Bonanza

Een spaansch woord, dat voorspoed, bijzonder geluk, en ook mooi weer beteekent, en bij de mijnwerkers op het einde der 19de eeuw in gebruik kwam voor mooie, belangrijke vondst ; bonanza-man wil zooveel zegeren als door een onverwachte vondst rijk geworden mijnbezitter, met de nevenbedoeling van parvenu.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten