Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 08-06-2020

dopje

betekenis & definitie

1) (1991) (lesbotaal) one-night-stand: 'Da's een dopje van me.'

• (Hanneke Kunst & Xandra Schutte: Lesbiaans. Lexicon van de Lesbotaal. 1991)

2) (1991) (jeugd) koosnaam voor beide seksen: liefje, schatje.

• (C.A.J. Hoppenbrouwers: Jongerentaal: de tipparade van de omgangstaal. 1991)