Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 15-10-2022

de laatste der Mohikanen

betekenis & definitie

(19e eeuw) (sch.) gezegd van de laatste vertegenwoordiger van een politieke, godsdienstige of maatschappelijke stroming. Verwijst naar de populaire roman van de Amerikaanse auteur James Fenimore Cooper (1799 - 1851). In dat boek wordt de hoofdrol vertolkt door Uncas, het opperhoofd van een tegenwoordig uitgestorven indianenstam. Vgl. Duits: ‘der letzte Mohikaner’.

• ‘En jij,’ voegde hij er aan toe, ‘wie ben jij?’
‘De laatste der Mohikanen.’ (Ben Borgart: De vuilnisroos. 1972)
• Ik kwam begin december, dankzij een ongelukkig mouvement met mijn achterhoofd tegen het stalen deurtje van mijn brievenbus, in de Boeroovekliniek terecht, een van de laatste der Mohikanen onder de kleine intieme ziekenhuizen die de Amsterdamse binnenstad rijk is. (Marjan Berk: Op grote voet. 1995)
• Jan Timman is met voorsprong de oudste deelnemer aan het Corus Schaaktoernooi in Wijk aan Zee. De 49-jarige Amsterdammer voelt zich een laatste der Mohikanen, een vertegenwoordiger van een verdwijnende generatie van schakende bon-vivants en intellectuelen. (NRC Handelsblad, 20/01/2001)
• ‘Dit is Tosca, mijn oudste dochter,’ zegt ze trots tegen mevrouw Wormerveer, de gewatergolfde bloemjurk die naast haar zit, compleet met steunkousen, varifocusbril en Forma Natura-schoenen. Dat ze zo nog gemaakt worden. In mijn kindertijd zat de bus er vol mee, nu is ze een van de laatste der Mohikanen. (Tosca Niterink: De vergeetclub. 2014)
• Tijdens het inladen liep een kennis langs, de dochter van meneer Beute een stukje verderop, ook dik in de tachtig. Zij: ‘Mijn vader en jouw moeder zijn de laatste der Mohikanen.’ (Eva Hoeke: Eerlijk zeggen. 2020)
• Misschien zou het nóg wel een jaar duren voordat ik weer voor mijn lezers stond, die ik liefhad, die ik koesterde, omdat ik wist dat ze behoorden tot de laatsten der Mohikanen, die op een dag net zo zeldzaam zouden zijn als sommige artefacten in de expositiehal ernaast, als de telefooncellen waarin ze nu naar me zaten te luisteren. (Pieter Waterdrinker: Biecht aan mijn vrouw. 2022)