Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 26-05-2020

aanrader

betekenis & definitie

(1967) (vaak verkleinvorm) (jeugd) erg goeie plaat, film enz. Het woord werd in de jaren zestig van de twintigste eeuw gelanceerd door het tienerblad Hitweek.

• Als er een week lang geen platen worden besproken kan er soms een aardige stapel Aanraders ontstaan op het buro van HH's beëdigde schijfschrijvers, in de oogst van de vorige twee weken zaten meer Aanraders dan er normaliter in een week Parade passen. (Hitweek, nr. 6/ 1967)
• De elpee Absolutely Free is uit. Het is een superaanrader en je hoort pas hoe fantasties de plaat eigenlijk is als je de tekst er bij hebt. (Hitweek, 06/10/1967)
• Aanrader, grammofoonplaat van goede kwaliteit. (R.G. Broersma: Recht voor z'n Raap. Jargonboek voor hippe en andere vogels. 1970)
• Wat Johnny Eskes aan zang verknoeit maakt hij goed met het orgel. Een aanradertje evenals 'Dialogue' dat overigens terecht op de B-kant staat. (Leeuwarder Courant, 29/05/1971)
• Ondanks alles toch een stevige aanrader. (Oor, 07/10/1981)
• 'Aanrader' en 'kunstje' vormen beide voorbeelden van jargon, groepstaal. Een kunstje is voor mensen op de krant de benaming van een recensie op de kunstpagina. De aanrader duikt vooral op in het hitwezen en de filmwereld: hier wordt deze onderscheiding toegekend aan een zogeheten tè gekke plaat of film. Bovendien is aanrader een modegevoelig woord. (Nieuwsblad van het Noorden, 11/04/1985)
• Aanradertje van de bovenste plank. (Muziek Express, juni 1989)
• ‘Hoe vond je hem?’ vraagt Joël als ze de film neerlegt. ‘Cool, heb je nog een aanradertje?’ (Carry Slee: Your Choice. Hot or not. 2008)