Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

PANDORA

betekenis & definitie

Pandora (Πανδορα), in de griekse mythologie de eerste vrouw, door Hephaestus en Athene geschapen in opdracht van Zeus, die zich op de mensen wilde wreken en vooral op → Prometheus, omdat deze hem het vuur ontstolen had. De goden schonken haar vele bekoorlijkheden maar Zeus gaf haar een doos (πιθος) mee, met daarin alle denkbare rampspoed en ellende.

Hermes bracht Pandora naar Prometheus’ broer Epimetheus, die haar ondanks alle waarschuwingen van Prometheus tot vrouw nam. Toen Pandora de doos openmaakte, vlogen alle rampen naar buiten, alleen de hoop (ελπις) bleef achter. Behalve als de eerste vrouw komt Pandora ook als aardgodin voor; op verschillende vazen wordt ze als zodanig afgebeeld. Een bekend voorbeeld is een volutenkrater in het Ashmolean Museum in Oxford:Pandora rijst uit de aarde op en voor haar staat Epimetheus. Op een kylix in het British Museum wordt ze door de goden opgetooid; de naam, die erbij vermeld staat is echter Anesidora.

Lit. Hesiodus, Erga 81-105. - E. Simon (EAA 5, 930-933). - D. Panofsky/E. Panofsky, Pandora’s box (New York 1956). 0. Lendle, Die Pandorasage bei Hesiodos (Würzburg 1957). [Schouten]

< >