Lector of voorlezer was in de oude christentijden degene die de lezingen uit het OT en de apostel-brieven verzorgde. In Africa en Spanje las de lector ook het evangelie.
Een duidelijke vermelding van een lector (αναγνωστης) in de liturgische diensten vinden wij voor het eerst bij → Iustinus Martyr (Apologia 1, 67, 3v). Sedert ca. 200 vinden wij tal van getuigenissen in de oudchristelijke geschriften (bv. Cyprianus, Epistula 38, 2). Volgens artikel 10 van de synode van Antiochië (330 of 341) kon de lector door de → chorepiscopus worden gewijd. Er is bij de wijding sprake van handoplegging (Constitutiones Apostolicae 8, 2) en in Africa (Conc. Carth. IV, can. 8) ook van het overhandigen van een codex.Lit. F. Wieland, Die genetische Entwicklung der sog. Ordines Minor es in den drei ersten Jahrhunderten (RQ, Suppl. 7, 1897). [Bartelink]