noemt men in de geologie het verschijnsel, dat een jongere afzetting zich ver over de grenzen van een of meer oudere afzet, doordat het bekken, waarin de afzetting plaatsvond, bijv. door het dalen van de bodem, groter geworden is. Een transgressie kan concordant of discordant zijn.
In het eerste geval liggen de jongere lagen evenwijdig op de oudere, in het tweede geval snijden zij deze scheef of transgrederen zij over een geërodeerd, geplooid laagpakket.