of wetsteen noemt men leistenen, die door hun hardheid geschikt zijn tot slijpen of aanzetten van ijzeren of stalen snijwerktuigen. Men geeft daaraan de naam oliesteen, omdat zulk een steen bij het slijpen met een weinig olie wordt ingewreven.
Doorgaans geschiedt het eigenlijke slijpen op zandsteen, terwijl men voor het fijnere aftrekken de oliesteen gebruikt. De hardheid wordt soms door een gehalte van de leisteen aan kwartskorrels veroorzaakt. In andere gevallen, bijv. bij de wetsteen van Vieilsalm in België, is granaat het slijpende mineraal.