heet bij boekbinder en boekdrukker een gevouwen boekvel. Meestal bestaat dit uit 16 pagina’s of bladzijden.
Op de rug (dus tussen de hoogste en laagste pagina van het katern) wordt een blokje gedrukt voor het „collationneren’ ’, dat bij elk vel lager wordt geplaatst. Hierdoor kan de binder controleren of de katerns in de juiste volgorde liggen.