Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HOFMEIER

betekenis & definitie

of maior domus was de titel van de voornaamste ambtenaar en raadgever der Merowingische vorsten. Maior (meier) is eigenlijk de titel van de persoon, die namens de edelmanbezitter het toezicht hield op een of meer hoeven.

De maior domuspalatii was oorspronkelijk de beheerder van de hoeve, waar de koning resideerde. Daardoor werd hij het hoofd van de rijksadministratie in het algemeen (7de eeuw), verving de vorst als die afwezig was, werd de regent bij minderjarigheid en bleef dan de raadgever bij uitnemendheid, als de koning volwassen was. Zo is hij in de 8ste eeuw geheel en al de eerste minister geworden, die ook het bevel over het leger voert en rechtspreekt als de koning niet zelf het hoogste gerecht voorzit. Als het Frankische rijk der Merowingen verdeeld wordt, is er doorgaans een aparte hofmeier in elk der delen, Austrasië, Neustrië en Bourgondië. Sommigen dezer verdedigen de koning tegen de machtiger wordende edelen, anderen stellen zich juist aan het hoofd van die edelen en versterken daardoor hun macht. Aldus de Karolingen* in Austrasië, die er in slaagden hetzelfde ambt ook in Neustrië te bemachtigen en ten slotte de koning op zij zetten (Pippijn*, 751). Daarna werd het ambt zelf afgeschaft.