een praeparaat dat gebruikt wordt voor de reliëfvormige ondergrond van schilderijen, in de middeleeuwen veel toegepast. Het bestaat uit twee delen gips, een deel loodwit en een deel suiker, welke met water worden gewreven tot een dikke brij, die men laat drogen.
Voor rode asiso neemt men menie in plaats van loodwit. Van deze brij wordt een gedeelte naar behoefte met eiwit gemengd; vervolgens met de penseel opgebracht. Het geheel droogt in een half uur. Als het nog even vochtig is, wordt daarop blad- of stofgoud gelegd en met een gave dierentand of een bruneersteen gepolijst.