is de verzaking door den dopeling aan den duivel, de zonde en de aanlokselen tot zonde (in de Oosterse ritussen uitwendig betoond door een blazen of spuwen naar het W.), ofwel plechtige verloochening van een valse lering.
Een van de vier kleine orden is die van Exorcist, wiens taak het is de duivelbezweringen te verrichten. Thans wordt alleen aan een priester de benodigde toestemming daartoe verleend (C.I.C. can. 1151).