Zoëga (Johann Georg) een beroemd oudheidkundige, geboren den 20sten December 1755 te Dahler in Jutland, studeerde te Göttingen, volbragt daarop bij herhaling reizen naar Italië en vestigde zich in 1783 voor goed te Home, waar hij zich geheel en al wijdde aan oudheidkundige studiën. In 1798 zag hij zich benoemd tot Deensch consul in den Kerkelijken Staat. Reeds vóór dien tijd was hij overgegaan tot de R. Katholieke godsdienst en hij overleed te Rome den 10den Februarij 1809.
Van zijne geschriften vermelden wij: „Nummi Aegyptii imperatorii (1787)”, „De origine et usu obeliscum (1797)”, — en „I bassirilievi antichi di Roma, incisi da Tom. Piroli (1808,2 dln)”. Zijne „Zerstreuten Abhandlungen” zijn in 1817 door Welcker in het licht gegeven.
