Viotta, een geneesheer en tevens een uitstekend toonkunstenaar van Italiaansche afkomst en geboren te Amsterdam den 14den Januarij 1814, studeerde en promoveerde te Leiden in de geneeskunde en oefende zich tevens met zoo goed gevolg in de muziek, dat vele binnen- en buitenlandsche maatschappijen van toonkunst, alsmede het Koninklijk Nederlandsch Instituut hem tot lid of tot eereIid benoemden.
Te Leiden componeerde hij voor Musis sacrum eene ouverture en voor Sempre Crescendo eene symfonie. Van zijne compositiën vermelden wij nog 3 tweestemmige liederen, door de Maatschappij van Toonkunst bekroond, alsmede een groot aantal andere liederen, voorts eene mis voor vier stemmen, een „Salve regina”, 6 motetten, een „Requiem” voor drie stemmen enz. Hij overleed den 6den Februarij 1859.