Viotti (Giovanni, Battista), een uitstekend beoefenaar van het klassieke vioolspel en tevens een beroemd componist, geboren den 23sten Mei 1753 te Fontanetto in Piémont, ontving eerst onderwijs van zijn vader en op 11-jarigen leeftijd van den guitarvirtuoos Giovanni.
Op aanbeveling van den praelaat Francesco Roxa, die den knaap twee jaar daarna op een kerkelijk feest te Strambino hoorde spelen, zorgde de markies Voghera, dat hij onderwijs ontving bij Pugnani te Turijn. In 1780 ondernam Viotti zijne eerste kunstreis, bezocht Duitschland, Rusland, Polen, Frankrijk en Engeland en wekte overal groote geestdrift door zijn uitstekend vioolspel. Te Parijs ontving hij van Maria Antoinetta eene benoeming tot accompagnateur de la reine met een jaargeld van 6000 francs, maar zijn prikkelbaar gestel was weinig geschikt voor de onvermijdelijke vormen van het Hofleven.
Eene schouwburgonderneming, waaraan hij zich te Parijs waagde, beroofde hem in 1792 van zijn vermogen, zoodat hij weder de toevlugt moest nemen tot de viool. Het gelukte hem niet, de voormalige gunst van het grillig publiek te herkrijgen, zoodat hij, na korten tijd het orkest van den prins Conti te hebben bestuurd, naar Londen vertrok, waar hij met Haydn concerten gaf. Daar hij onder verdenking viel van staatkundige bemoeijingen, verliet hij eerlang Engelands hoofdstad en begaf zich in 1795 naar Schenfeld bij Hamburg, alwaar hij ten huize van een zijner vrienden zich uitsluitend met compositie bezig hield. Nadat vervolgens zijne onschuld gebleken was, keerde hij naar Londen terug en zocht er zijn onderhoud als wijnkooper. In 1818 echter vertrok hij op nieuw naar Parijs en belastte zich aldaar in 1819 met het bestuur der groote opera. Nadat hij vruchtelooze pogingen had aangewend, om deze te doen bloeijen, ging hij met een jaargeld van 6000 francs nogmaals naar Londen en overleed aldaar den 10den Maart 1824.
Hij schreef behalve eenige sonaten onderscheidene strijkkwartetten en eene groote menigte duetten en 29 concerten voor viool, die zich door ongemeene frischheid, eene oorspronkelijke vinding en een edelen stijl onderscheiden. Ook heeft hij voortreffelijke leerlingen gevormd.